Van ziekte naar gezondheid: een levendig debat over medische preventie

Hoe mooi zou het zijn als we ziekte aan de voorkant kunnen voorkomen? Daar is een verschuiving van onze focus voor nodig: van ziekte naar gezondheid, en van curatieve zorg naar preventieve zorg. Door te investeren in preventieve maatregelen kunnen we mogelijk aanzienlijke kosten voor de gezondheidszorg besparen op de lange termijn. Waar we heen willen is duidelijk. Hoe we dat in de praktijk brengen nog een stuk minder. Daarom kwamen we met een brede groep stakeholders bijeen om te praten over het thema medische preventie.

Op 7 december organiseerden hollandbio en Schuttelaar & Partners een Maatschappelijke Café over medische preventie – waaronder diagnostiek, geneesmiddelen en vaccins – in het Beeld & Geluid museum in Den Haag. Beleidsmakers, patiëntvertegenwoordigers, artsen, apothekers, fabrikanten en uitvoerders namen allemaal deel aan het debat. Onder leiding van dagvoorzitter Edwin Hecker voerden de deelnemers op dynamische wijze een felle discussie.

De cruciale rol van preventie

Bas Derks, lid van de directie Publieke Gezondheid bij het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS), bracht direct aan de start van het debat de vraag naar voren: “Hoe kunnen we de kosten en de baten van preventie beter meenemen in de besluitvorming over de financiering van preventie?”. Het ministerie van VWS heeft daarover het Kennisplatform Preventie om advies gevraagd. Bas Derks belichtte de rol van het Kennisplatform en hoe deze vraag de behoeften van het ministerie weerspiegelt. Gelukkig staat de verschuiving van zorg naar preventie steeds prominenter op de agenda bij het ministerie, waardoor er een groeiende erkenning en steun ontstaat voor het belang van medische preventie. Het rapport van het Kennisplatform wordt begin 2024 gepubliceerd en kan hier hopelijk aan bijdragen.

Peter Wognum, bestuurslid en vicevoorzitter van de Long Alliantie Nederland, pleit voor een herziening van onze zorgpaden en wil hier verschillende expertises bij betrekken. Dat zou voor mensen met longziekten echt een verschil kunnen maken, omdat een gecoördineerd plan het huidige stelsel moet verbeteren en versterken. Volgens Wognum is het huidige vaccinatiesysteem versnipperd en worden de beschikbare vaccins niet optimaal benut. Namens de Long Alliantie pleit hij dat de oplossing ligt in het verankeren van een leidraad, waarbij specifieke richtlijnen voor vaccinaties bij longziekten in de praktijk worden opgenomen. “Betere medische preventie bij mensen met longziekten leidt tot minder ziekenhuisopnamen”, aldus Peter Wognum.

Daarna deelden drie sprekers op welke manier innovaties kunnen bijdragen aan medische preventie en wat dat kan betekenen voor patiënten. Daarbij maakten we direct kennis met de drie aspecten van medische preventie: diagnostiek, geneesmiddelen en vaccins.

Ilse van Hensbeek, medisch directeur bij AstraZeneca, onderstreept de grote impact van betere diagnostiek voor mensen met chronische nierschade. Met een eenvoudige test kan vroegtijdige nierschade opgespoord worden, waardoor op tijd gestart kan worden met behandeling en de kans op complicaties vermindert. Naast deze impact zorgt vroegtijdige opsporing ook voor een vermindering van impact op het milieu. De huidige behandeling, nierdialyse, verbruikt namelijk veel water. Volgens Hensbeek is het de verantwoordelijkheid van de overheid om meer bewustzijn te creëren over de impact van nierschade. “We moeten mensen aansporen met publiekscampagnes,” aldus Hensbeek.

Stefan Vegter, Senior Pricing & Reimbursement Manager bij Novartis, illustreert hoe investeringen in innovatieve geneesmiddelen de zorg kunnen ontlasten en de levenskwaliteit van patiënten kunnen verbeteren. Hij verduidelijkt hoe een gezonde levensstijl en medicatie elkaar aanvullen, mede doordat een gezonde leefstijl helpt bij het verbeteren van effectiviteit van een geneesmiddel. “Onderzoek en beleid gericht op medische preventie zijn investeringen in de toekomst,” besluit Vegter zijn betoog.

De laatste spreker, Daniëlle van Zandbergen, medisch directeur bij GSK, richt zich op de uitvoering van vaccinaties en maakt daarbij vergelijkingen met buurlanden. “We praten over innovatie, maar is het echt innovatie als het jaren duurt voordat we het toepassen?” vraagt Zandbergen zich af. Ze benadrukt dat dialogen tussen alle betrokken partijen essentieel zijn om tot snelle implementatie te komen.

Verschillende perspectieven in het Lagerhuisdebat

Na de inleidende presentaties was het moment aangebroken voor het Lagerhuisdebat, begeleid door Roderik van den Bos van de debatacademie. De zaal werd opgesplitst in tweeën, waarbij deelnemers hun standpunt kenbaar konden maken door te stemmen met hun voeten. Het debat leidde tot boeiende discussies.

De meest opvallende uitkomsten vanuit het debat:

  1. De deelnemers maken opvallend andere keuzes dan het huidig beleid. Zo waren de deelnemers unaniem in hun oordeel dat er nu te weinig aandacht besteed wordt aan preventie: de huidige 2% zou volgens de meeste deelnemers prima naar 10% of hoger kunnen. Over de manier waarop was de meeste discussie. Volgens een groot deel van de zaal was een standaard budget alloceren niet het middel om hier te komen.
  2. Een digitale zorgwijzer, waarbij burgers inzicht kunnen krijgen in welke preventieve zorg voor hen beschikbaar is, zien de deelnemers als een goed idee. Een aantal randvoorwaarden zijn daarvoor wel nodig: een digitaal hulpmiddel mag geen vervanging zijn van de persoonlijke zorgverlener en de informatie moet objectief verstrekt worden.
  3. De aanwezigen zijn van mening dat de beoordeling van preventieve maatregelen veel sneller kan. Over het hoe waren de meningen behoorlijk verdeeld. Een medisch preventieve maatregel automatisch toelaten tot de markt als deze niet binnen jaar beoordeeld is, vonden velen een stap te ver. Tegelijkertijd geven deelnemers aan dat beoordeling binnen een jaar zeker moet kunnen, als we kijken naar landen om ons heen. Een groot deel van de zaal vindt dat er betere processen zijn om de toelating te versnellen, en dat de voorgestelde dwangmaatregel niet de oplossing is.
  4. Er is behoefte aan één partij die de beoordeling op zich neemt van zowel preventieve als curatieve maatregelen. Deze partij heeft wel de expertise nodig van alle verschillende partijen, zoals het Zorginstituut Nederland (ZIN) en de Gezondheidsraad.  

Het Maatschappelijk Café benadrukt nogmaals dat het van belang is dat we met elkaar de dialoog blijven voeren. Het verminderen van complexiteit in het systeem, meer aandacht en budget voor preventie, beter voorlichten en samenwerking in het werkveld vormden de rode draad van de avond. Op deze punten zijn we het met elkaar eens. Hoe dit concreet moet worden gerealiseerd, daarover verschillen de meningen nog. Laten we kijken of we het niet bij praten kunnen houden, maar nu ook concreet in actie kunnen komen!

Bron: hollandbio

Preventie

‹ News overview