Terugblik op de workshops rondom ‘leren transformeren, van zorg naar gezondheid’

Op 21 september en 9 oktober kwamen mensen vanuit domeinoverstijgende samenwerkingsverbanden bijeen tijdens verschillende workshops gericht op de zes bouwstenen die belangrijk zijn bij het transformeren. De deelnemers haalden nieuwe kennis op, voerden geanimeerde gesprekken, deelden ervaringen, herkenden knelpunten en werden enthousiast van nieuwe ideeën.

Verbinding tussen theorie en praktijk

De verschillende workshops, 3 in de ochtend en 3 in de middag, werden aangeboden in parallelle sessies. In je eentje alle workshops volgen was onmogelijk. Veel netwerken waren daarom aanwezig met meerdere deelnemers en hadden de workshops onderling verdeeld. In totaal verdiepten 200 deelnemers zich in zes onderwerpen die de bouwstenen vormen om stappen te zetten in de transformatie naar een nieuw gezondheidssysteem. “Om inspiratie op te doen ga ik naar de workshops ‘Lerend vermogen’ en ‘Monitoring en data- gedreven werken”, lichtte een deelnemer na aankomst toe. “‘Lerend vermogen’ volg ik voor meer inzicht in de verbinding tussen theorie en praktijk. Hoe doe je dat ‘samen leren’ nou in de praktijk? Hoe houd je mensen betrokken? En ik ga naar ‘Monitoring en data gedreven werken’ omdat wij werken met ervaringsgegevens van de mensen zelf. Hoe combineren we dat met algemene regionale data? En hoe monitoren we de voortgang van de transformatie?”

Organisatie- en Governancevraagstukken

“Tot begin vorige eeuw waren we vooral gericht op overleven”, lichtte Leonie Voragen van HealthKIC toe. “De meeste mensen werden niet ouder dan 45 jaar. De aanleg van riolering, hygiëne en antibiotica brachten daar verandering in. Het systeem werd meer en meer ingericht op zo lang mogelijk in leven blijven. Nu lopen we tegen nieuwe grenzen aan. Mensen willen niet zomaar langer leven, maar gezond en vitaal oud worden. Van een focus op zorg gaan we verschuiven naar een focus op gezondheid, alleen zijn we onvoldoende georganiseerd om dit binnen ons huidige systeem te realiseren. Dit vraagt om een lerend systeem dat zich adaptief aanpast aan deze veranderende focus”.

De groep die zich boog over de bouwsteen ‘Organisatie en governancevraagstukken’ herkent deze noodzaak. Een governance structuur is nodig om verandering in gang te zetten passend bij de transformatieopgave. Hoe deze goverenance er uit ziet kan voor iedere regio anders zijn. Hetgeen dat overeenkomt is het gegeven dat het transformatieproces ons gaat leren welke governance passend is. 

De presentatie bij de workshop 'Organisatie- en Governancevraagstukken' vindt u hier.

Bekostiging, financiering en contractering

Gezondheid financieren is maatwerk. Wat vraagt de focus op gezondheid van de manier waarop we de zorg financieren? Dit blijkt een thema waar nog niet alle aanwezigen goed in thuis zijn. “Wie weet wat een ‘facultatieve prestatie’ is?” “Iemand al gehoord van ‘contractinnovatie’?” ”Wat is eigenlijk het verschil tussen financieren en bekostigen?” ”En heeft iemand een idee waar ‘SPUK’ voor staat?” Bij elke vraag staken slechts enkele aanwezigen hun hand op. 
In de workshop ‘Bekostiging, financiering en contractering’ werden de vijf stelselwetten besproken, van waaruit op dit moment geregeld is hoe de zorg gefinancierd wordt (de zorgverzekeringswet, de wet langdurige zorg, de wet maatschappelijke ondersteuning, de jeugdwet en de wet publieke gezondheid). Een levendig gesprek ontstond. “Preventie zit in alle vijf de wetten een beetje, maar er is geen wet die gezondheid financiert. Gezondheid financieren vraagt om maatwerk en andere vormen van bekostiging”, schetste Leonie helder. “Daar liggen verschillende uitdagingen.

Het huidige systeem betaalt aanbod en is vooral gericht op productie en concurrentie, en dat combineert moeilijk met de samenwerking die noodzakelijk is voor het anders organiseren van de zorg. Toch wordt in sommige netwerken in Nederland al geëxperimenteerd met andere vormen van financiering. Ook buitenlandse modellen zijn inspirerend. Zo is het Japanse systeem al meer gericht op gezondheid, in plaats van op ziekte. In de Scandinavische landen zijn ervaringen opgedaan met populatiegerichte zorg, waarbij veel verantwoordelijkheid op regionaal niveau ligt. Ook in het Amerikaanse Blue Cross Blue Shield en het Duitse Gesundes Kinzigtal Model staan de patiënt en diens gezondheid centraal. Het enthousiasme in de groep groeit. “Fijn, zo’n heldere uitleg”, merkte iemand op. “Ik begin het financiële aspect zelfs leuk te vinden.”

De presentatie bij de workshop ‘Bekostiging, financiering en contractering’ vindt u hier.

Differentiëren op (sub)populaties

De workshop werd ingeleid met een toelichting op sociaal economische gezondheidsverschillen: ongelijkheden in gezondheid, die voortkomen uit verschillende sociaal-economische factoren. Vervolgens werd er nagedacht en gesproken over gezondheidsvaardigheden: want wat zijn dat eigenlijk? Ook het toegangskader van Levesque werd doorgenomen. Hierin kwamen de vier belangrijkste thema’s – betaalbaarheid, beschikbaarheid, passendheid en begrijpelijkheid – aan bod.

Maatwerk en individuele bekostiging leiden tot verschillende nieuwe vraagstukken. Hoe bepalen we wat er in een regio nodig is? Elke regio, elk gebied is anders. In de workshop ‘Differentiëren op subpopulaties’ gaven Aldien Poll en Karen Hosper een bevlogen inkijkje in de ervaring die Pharos opgebouwd heeft met het bereiken en betrekken van de mensen  waar de zorg of de activiteit voor bedoeld is. In de zorg bestaan allerlei protocollen en zorgpaden. ‘Positieve gezondheid’ daagt je uit om vanuit de cliënt/patiënt te denken. En als je werkt vanuit meerdere perspectieven wordt sneller duidelijk: ‘doen we het goede?’

Aldien lichtte toe dat er voor het meten van de effecten van het IZA ook op subgroepen met een doelgroepenmonitor gewerkt gaat worden. “Het is interessant om dit te verbinden met de regiobeelden”, zei ze enthousiast. “De regiobeelden zitten nog veel meer op de kant van het aanbod. Door te monitoren op doelgroepen komt vanzelf het gesprek op gang over de omslag van zorg naar gezondheid. Zo is bij de indicator ‘Gezondheidsvaardigheden’ één van de doelen ‘minder doorverwijzingen’. Maar ‘minder doorverwijzingen’ zegt als indicator nog niks over ‘meer gezondheid’. Voor leefstijlinterventies kan juist een toename van het aantal doorverwijzingen een toename in gezondheid tot gevolg hebben. Het is goed dat we hierover met elkaar het gesprek aangaan”, concludeerde Aldien.

De presentatie bij de workshop ‘Differentiëren op subpopulaties’ vindt u hier.

Samenwerken met burgers

Tijdens de workshop ‘samenwerken met burgers’ stonden de deelnemers uitgebreid stil bij de verschillende vormen van samenwerken met burgers en hun veranderende rol. Jan Smelik van Nederland Zorgt Voor Elkaar, Mohammed Azzouz van Pharos en Louise de Wijk van Health~Holland gingen in op de samenwerking met burgers en het belangrijke verschil tussen meedenken en meebeslissen. De participatieladder is een handige tool om de verschillende fases van participatie in kaart te brengen. Het geeft inzicht in welke fase jouw samenwerking met burgers zich bevindt en waar je naartoe zou willen. Waarbij gelijkwaardige samenwerking het streven is met een zo breed mogelijke vertegenwoordiging. Een mooi voorbeeld van gelijkwaardige samenwerking is ‘Generiek kompas: Samen werken aan kwaliteit van bestaan’.

“Zorg dat niet alleen de 'usual suspects' (vertegenwoordigers van patiëntenorganisaties) aan tafel hebt zitten, maar - afhankelijk van het thema - ook ouderen, jongeren, ervaringsdeskundigen en actieve bewoners (wijkinitiatieven)”, gaf Jan aan. 

Mohammed ging dieper in op het bereiken en betrekken van burgers in kwetsbare posities. Het opbouwen van een vertrouwensband met sleutelfiguren in de regio kost tijd. “Sluit aan bij wat er al is. Waar zit de energie? In de bibliotheek? De kerk of moskee? In een setting die voor jou nieuw is, waar jij een onbekende bent, is het belangrijk om aan vertrouwen te werken enuit te vragen hoe de ander de situatie ziet. Ga het gesprek aan en wees oprecht nieuwsgierig, anders hebben alle ‘tools’ weinig zin.” 

De presentatie bij de workshop ‘samenwerken met burgers’ vindt u hier.

Monitoring, kennis en datagedreven werken

Zicht krijgen op meerdere perspectieven en die data ook daadwerkelijk gebruiken om betere beslissingen te kunnen nemen, Els Roorda van het LUMC/Q Consult Zorg kan er bevlogen over vertellen. “Stel, in een jaar komt 20% van de alleenstaande ouderen terecht op de spoedeisende hulp. Wat zijn voor hen de risico’s? Vul de data uit ‘droge’ statistieken aan met een gesprek met ouderen die daadwerkelijk op de spoedeisende hulp terecht zijn gekomen. Is het omdat ze vallen? Is het ondervoeding? Alleen door statistieken aan te vullen met kwalitatieve data krijg je inzicht in wat nodig is voor de juiste acties en oplossingsrichtingen.”

Els benadrukte: “Mensen denken vaak dat méér data automatisch beter is. Maar de vraag is niet ‘welke data wil je’, maar ‘welk probleem wil je oplossen’? De juiste vraag stellen kan nog best lastig zijn. Wat helpt is het uitschrijven van de ‘userstory’. Voor wie zijn de data (de cliënt, de zorgprofessional, de bestuurder, de maatschappij) bedoeld? Wat is de gewenste situatie? En waarom is het waardevol om over die informatie te beschikken? Bijvoorbeeld: Als programmacoördinator Kwetsbare Ouderen wil ik inzicht in de woonsituatie van ouderen met dementie die op de Spoedeisende Hulp komen, zodat ik de potentiële impact van mogelijke interventies kan inschatten.” Geïnspireerd gingen de deelnemers aan de slag om voor de eigen situatie userstories uit te werken.

Om datagedreven of, zoals Els liever zegt, ‘datagedragen’ te gaan werken, is het van belang om eerst te bepalen wat je wil en dan pas de technologie te kiezen die daarbij past. “Het klinkt logisch”, zei ze, “maar in de praktijk wordt vaak 80% van de tijd en het budget gestoken in het bouwen van de techniek. Ze adviseert om een derde van de beschikbare tijd en budget te besteden aan ‘welke informatie heb je nodig?’ een derde aan ‘het bouwen van de techniek’ en een derde aan ‘het testen of het oplevert wat je had bedacht’.” 

De presentatie bij de workshop 'Monitoring, kennis en datagedreven werken' vindt u hier.

Lerend vermogen

Caroline Baan, bijzonder hoogleraar integrale gezondheidszorg in Tilburg, en Natascha van Vooren van het RIVM, leidden de workshop ‘Lerend vermogen’. Hoe gaan we in dit complexe transformatieproces van en met elkaar leren? De afgelopen tien jaar zijn veel verschillende domeinoverstijgende samenwerkingsverbanden ontstaan met de focus op het anders organiseren van zorg en gezondheid. Samen de verantwoordelijkheid nemen, betekent met elkaar investeren in vertrouwen, in het leren begrijpen van elkaars werkprocessen en elkaars taal. Een proces dat tijd kost.

In de subsidieoproep ‘Leren transformeren, van zorg naar gezondheid’ staat het samen leren centraal. Het ging in de workshops dan ook niet over ‘hoe moet ons domeinoverstijgende samenwerkingsverband de governancestructuur inrichten’, maar over het maken van een ontwikkelplan. Waar zitten in ons samenwerkingsverband de governancevraagstukken? Welke stappen willen we gaan zetten? Hoe gaan we ervaringen uitwisselen en leren in dit proces?

Vanwege de complexiteit van transformeren is het belangrijk dat de domeinoverstijgende samenwerkingsverbanden  al enige tijd samenwerken en elkaars belangen kennen. “Gezamenlijke doelen bepalen is onderdeel van het proces.”, aldus Bettine Pluut van Pluut&Partners. Ze lichtte toe: “Het kost tijd voordat je gezamenlijk helder voor ogen hebt wat je gaat doen. Dat hoort bij het proces. Maar het domeinoverstijgende netwerk moet wel al een gedeelde visie hebben met betrekking tot de stip op de horizon, een visie die tegen een stootje kan, want er zullen spannende keuzes gemaakt worden, bijvoorbeeld omdat partijen omzet zullen moeten inleveren.”

De presentatie bij de workshop 'Lerend vermogen' vindt u hier.

Tot slot

Deelnemers vonden de workshops over het algemeen informatief, verhelderend, mooie voorbeelden bevatten en inspirerend. Er is daarnaast een voorkeur uitgesproken voor live bijeenkomsten, meer tijd voor het uitwisselen van ervaringen en het presenteren en bespreken van nog meer goede (internationale) voorbeelden. 

De workshops werden ontwikkeld samen met Alles is Gezondheid, Health~Holland, HealthKIC, Nederland Zorgt Voor Elkaar, NZa, Pharos, RIVM, het ministerie van VWS, Pluut & Partners en Caroline Baan Coaching & Advies. De workshops vormen een eerste stap in het gezamenlijk leren vanuit de subsidieronde ‘Leren transformeren, van zorg naar gezondheid.’ Deze subsidieoproep staat open tot 4 december, 14.00 uur.

Het narratief
Tijdens de workshops werd ook aandacht besteed aan het narratief van het landelijk lerend netwerk. Het narratief vertelt het verhaal over het ‘samen leren transformeren’ en draagt bij aan een gezamenlijke taal.
Naar aanleiding van deze gesprekken rees de vraag of ZonMw kon voorzien in een template voor het narratief. Dit kunnen de domeinoverstijgende samenwerkingsverbanden gebruiken om hún verhaal over de transformatie naar een nieuw zorgsysteem vorm te geven. Wat wordt er binnen het samenwerkingsverband bedoeld met transformatie? Wat typeert het huidige zorgregime in de regio en: welke elementen kunnen worden op-, om-, af- en voortgebouwd? In dit template kunnen de domeinoverstijgende samenwerkingsverbanden aan de slag met deze vragen.

Bron: ZonMw

Terugblik op de workshops rondom ‘leren transformeren, van zorg naar gezondheid’

‹ News overview