Fysieke leefomgeving en moeilijk verstaanbaar gedrag - Effecten van buurt, gebouw en interieur op mensen met een verstandelijke beperking

Een groene buurt, een fijne kamer, voldoende ventilatie: de fysieke leefomgeving lijkt een belangrijke invloed te hebben op mensen met een verstandelijke beperking in de langdurige zorg. Maar hoever reikt die invloed precies? Daar is maar weinig over bekend. Een groep wetenschappers, afkomstig uit diverse sectoren, boog zich over deze problematiek en maakte een inventarisatie.

Agressief, zelfverwondend, teruggetrokken of angstig gedrag: bij mensen met een verstandelijke beperking komt dit probleemgedrag - ook wel onbegrepen of moeilijk verstaanbaar gedrag genoemd – regelmatig voor. Vraag is echter hoe we dit soort gedrag kunnen begrijpen, verminderen en voorkomen. Wat zijn de mogelijke oorzaken en oplossingen als we kijken naar de persoon, de interactie en zijn omgeving? En dan in het bijzonder de fysieke leefomgeving: de ruimtelijke context van woon-, werk- en leefomstandigheden van de cliënt?

Wetenschappers onderzochten factoren

Op verzoek van ZonMw boog een aantal wetenschappers uit diverse sectoren zich over de kwestie. De groep bestond uit bouwkundig ingenieur Emelieke Huisman, GZ-psycholoog/orthopedagoog-generalist Jacqueline Roos, architect Judith Korpershoek, optometrist Sigrid Mueller-Schotte en junior onderzoeker Evelien Dijk. In totaal namen verder twintig mensen deel aan drie verschillende kennissessies, gericht op vastgoedprofessionals, zorgprofessionals en ervaringsdeskundigen (zowel verwanten als mantelzorgers).

De groep kwam met een handzame inventarisatie van de omgevingsfactoren en de beschrijving van de algemene begrippen. Hiermee is goed inzichtelijk gemaakt welke kennis er op verschillende schaalniveaus (stedenbouw, gebouw en interieur) aanwezig is op het gebied van de fysieke leefomgeving en de invloed op mensen met een verstandelijke beperking met een intensieve zorgvraag.

Stad, gebouw, interieur

Met de stedelijke omgeving wordt de locatie van het gebouw en de directe omgeving bedoeld. Die zijn bijvoorbeeld belangrijk voor het creëren van een gevoel van thuis, herkenning en sociale verbondenheid. Bij het gebouw gaat het onder meer om aspecten zoals de grootte van de ruimtes, de lay-out, licht, geluid, ventilatie en voorzieningen op het gebied van veiligheid. Bij het interieur betreft het onder andere zaken als stoffering, meubilering en kleurgebruik. Tot slot is ook het begrip performance nog van belang. Hiermee kunnen we de relatie tussen de omgevingscomponenten en veranderingen in gezondheid, gedrag en kwaliteit van leven beter herleiden.

Eerste stap

De inventarisatie met daarin het onderscheid tussen omgevingscomponenten en performance is een eerste stap in het vergroten van de aandacht voor dit onderwerp, zowel in wetenschappelijk onderzoek als in praktijkstudies. De inventarisatie kan vooral in gesprekken met vastgoedprofessionals en zorgprofessionals verhelderend zijn. Maar ook in gesprekken met mantelzorgers, beleidsmakers en ontwerpers kan dit aan een beter begrip bijdragen.

Meer onderzoek

In de toekomst zouden vervolgstudies verder uiteen kunnen rafelen hoe de fysieke omgeving van invloed is op mensen met een verstandelijke beperking. Nieuwe onderzoeken en praktijkervaringen kunnen het overzicht verder aanvullen, om zo blijvend de nieuwe inzichten met elkaar kunnen delen op het gebied van de fysieke leefomgeving.

Alle factoren in één illustratie

De onderzoekers van het rapport zijn samen met vormgever Thijs Unger aan de slag gegaan om alle onderzoeksresultaten in één schematische illustratie samen te vatten. Het resultaat is een informatieve plaat waarop in één oogopslag de factoren op het gebied van fysieke leefomgeving duidelijk zijn. De komende tijd gaan de onderzoekers regelmatig hun bevindingen delen en maken daarbij gebruik van de illustratie van Thijs Unger. De illustratie is hier te zien.

Bron: ZonMw

Leefomgeving

‹ News overview