HollandBIO presents plan 'Life Sciences 2030'
Nederland heeft een nationaal fonds voor life sciences nodig. Dat fonds helpt veelbelovende startups in de sector succesvol door te groeien en zorgt ervoor dat innovaties sneller bij patiënten terecht komen. Op dit moment hebben die bedrijven nog te veel moeite om de kloof te overbruggen tussen vroege financiering door de overheid en investeringen van venture capitalists in een later stadium.
Dat en meer staat in het toekomstplan voor de life sciences in Nederland, opgesteld door de sector, op initiatief van belangenorganisatie HollandBIO. Het plan bevat een scenario om in 2030 bij de wereldtop in de life sciences te gaan behoren.
Een scenario dat absoluut haalbaar is. Tussen 2005 en 2015 is de Nederlandse life sciences-sector in omvang verdubbeld, waardoor er nu al ruim 24.000 mensen werken bij ruim 450 bedrijven. Die bedrijven wisten vorig jaar een record aantal aan private investeringen aan te trekken, maar liefst 4,4 miljard euro. Dat is maar liefst zeventig keer de omvang van de jaarlijkse overheidsinvesteringen in de sector. Als de sector die groei met volle kracht kan doorzetten, is dat niet alleen goed nieuws voor de sector zelf, maar ook voor de kenniseconomie, de werkgelegenheid, en patiënten.
Steeds meer revolutionaire producten van Nederlandse bodem vinden hun weg naar de markt. De MammaPrint van Agendia, die uitsluitsel geeft of een vrouw met borstkanker wel of geen baat heeft bij chemotherapie. Glybera, de eerste gentherapie op de Westerse markt, ontwikkeld door het Nederlandse bedrijf uniQure. Daratumumab van Genmab, een doorbraakmedicijn tegen beenmergkanker. En de pijplijnen zitten vol. Reumamedicijn filgotinib van het aan de AEX genoteerde bedrijf Galapagos is in een vergevorderd stadium van ontwikkeling. Maar denk ook aan de organoïden van Hans Clevers, gekweekte mini-orgaantjes die wereldwijd worden gebruikt om de werkzaamheid van medicijnen te onderzoeken in het lab. En zo zijn er nog veel meer life sciences-voorbeelden waar Nederland trots op mag zijn, en die wereldwijd de aandacht trekken.
Om de sector naar de wereldtop te brengen en productie van dit soort innovaties op te schroeven, zijn nog wel de nodige stappen te zetten. Het plan maakt de randvoorwaarden inzichtelijk.
Naast de oprichting van een nationaal fonds voor de life sciences, pleit de sector voor een fiscaal aantrekkelijker klimaat om in bedrijven te investeren. Ook zouden gezondheidsfondsen vaker het Amerikaanse Venture Philantrophy voorbeeld kunnen volgen, door niet alleen fundamenteel onderzoek te financieren, maar ook te investeren in de bedrijven die het medisch onderzoek naar de patiënt brengen.
Effectieve technology transfer is eveneens cruciaal voor succes. Valorisatie moet een centrale rol spelen binnen kennisinstellingen, waarin Technology Transfer Offices (TTO’s) met ruim mandaat en bijbehorende financiële en personele ruimte actief zijn. Kennisinstellingen moeten hun toppers niet langer alleen belonen voor het binnenhalen van subsidies en het publiceren van high impact papers in wetenschappelijke bladen, maar ook voor het verzilveren van die kennis, in de vorm van octrooilicenties en spin-offbedrijven. Tot slot valt er nog veel winst te behalen door samenwerking, opschaling en harmonisatie van technology transfer.
Ook de bedrijven in de sector zelf moeten aan de slag en professionaliseren, en de soms wat houtje-touwtje aanpak voorgoed achter zich te laten. Daarbij is het van belang dat de sector meer naar buiten treedt en van de daken schreeuwt wat er op eigen bodem gebeurt en hoe gaaf dat is.
Annemiek Verkamman, directeur van HollandBIO: “Er is werk aan de winkel, maar we hebben alle potentie om te slagen. In 2030 is Nederland de onbetwiste place to be voor life sciences, let maar op. Een van de geïnterviewden vergeleek het met sport. Als je een olympische winnaar hebt, dan wil iedereen op die sport. Zo moet het ook zijn in de life sciences. Wij gaan ervoor!”
Lees het HollandBIO Toekomstplan Life Sciences 2030 hier.
Bron: HollandBIO