Kuipers: "We moeten eerder aan de moleculaire diagnostiek”

Patiënten eerder in hun ziekteproces toegang geven tot uitgebreide moleculaire diagnostiek, daar wil minister Kuipers werk van maken, zo stelt hij in een Kamerbrief. Moleculaire diagnostiek moet daarmee deel gaan uitmaken van de reguliere zorg. Een mooie ontwikkeling, vindt HollandBIO. Wel zien zij nog een aantal uitdagingen.

De biorevolutie brengt veel meer diagnostische innovaties 

Niet alleen op het vlak van moleculaire diagnostiek maken we meters voor de patiënt. Dankzij een enorme vooruitgang op het vlak van (bio)technologische innovaties kunnen we steeds meer waardevolle data over het individu verzamelen en analyseren. Op basis van deze data kunnen zorgprofessionals diagnoses stellen, de best passende behandeling voor een individu selecteren en het effect van een behandeling monitoren. Voor patiënten, consumenten en burgers is het geweldig dat we hen steeds beter van gezondheid op maat of passende zorg kunnen bedienen. Maar hoe gaan we zorgen dat al dit soort innovaties snel hun plek in het stelsel vinden? 

Een oordeel per test, in plaats van per indicatie 

Minister Kuipers wil dat moleculaire diagnostiek eerder beschikbaar komt voor tumorsoorten waar dit van meerwaarde is, geeft hij aan in zijn Kamerbrief aan. In het huidige beoordelingssysteem vergt dit per indicatie een oordeel of een test waarde toevoegt. Dat is uiteindelijk voor bedrijven die de testen ontwikkelen een duur grapje, want elke indicatie brengt nieuwe bewijslast met zich mee. Heeft een röntgenapparaat of CT-scan zich in het verleden ook per botbreuk of orgaan moeten bewijzen? Wij zijn erg benieuwd: wanneer komt het omslagpunt waarop we een test breder in willen zetten in de zorg? 

Een test op zichzelf heeft ook waarde – los van de behandeling die volgt 

Een volgende uitdaging zit hem in de manier waarop we testen beoordelen. Als we nieuwe testen blijven afrekenen op de waarde van de daarop volgende behandeling, gaan we voorbij aan de meerwaarde die een diagnose oplevert voor de patiënt, voor onderzoek en voor innovatie. De diagnostische gegevens van de patiënt van vandaag kunnen namelijk de zorg van morgen helpen verbeteren – wanneer deze gegevens uit het primair zorgproces gepseudonimiseerd toegankelijk zijn voor zogenaamd secundair gebruik door publieke en private partijen, oftewel voor hergebruik van data voor wetenschap en innovatie. Een test heeft dus op zichzelf ook al waarde, los van de behandeling die erop volgt. Hoe gaan we dat verwerken in de beoordelingskaders? 

Op naar een lerend zorgsysteem, dankzij een nationale gezondheidsdata infrastructuur 

De werelden van de reguliere zorg en onderzoek & innovatie liggen nu vaak nog mijlenver uiteen, dat concluderen we hierboven én schreven we ook in onze position paper over de potentie van data. Jarenlang onderzoek in een gecontroleerde trial-omgeving moet de effectiviteit van een nieuwe test of behandeling voor implementatie vaststellen. De starre toelatingsbarrière voor diagnostica, maar ook geneesmiddelen en andere therapieën kent nadelen: 

  • Allereerst staat lang niet altijd vast dat de resultaten van al die gecontroleerde trials ook representatief zijn voor inzet in de echte wereld.  
  • Ten tweede is de afgelopen jaren een complex oerwoud aan toelatingsroutes ontstaan, elk met uiteenlopende criteria, dat de toegankelijkheid van innovaties bemoeilijkt en vertraagt.  
  • Ten slotte veroorzaakt de barrière niet zelden een kip-ei probleem, waarbij een innovatie slechts geïmplementeerd wordt wanneer deze bewezen (kosten)effectief is, terwijl kosteneffectiviteit slechts bewezen kan worden door implementatie van de innovatie in de praktijk.  

Al met al zien we, in weerwil van het hoge innovatietempo, de route van lab naar praktijk steeds lastiger worden, met een stuwmeer aan onbenutte innovaties als resultaat. Zonder verandering lopen we de grote maatschappelijke en economische waarde van al die innovatie mis.  

Een nationale gezondheidsdata-infrastructuur kan helpen de kloof tussen zorg, onderzoek en innovatie te overbruggen. Het maakt een lerend zorgsysteem mogelijk, waarin we in plaats van vooraf, continu monitoren wat de waarde van een test of behandeling is, bij wie een innovatie zijn belofte waarmaakt, overtreft en waar deze tekortschiet. Zo kunnen we behandelingen in de praktijk passend benutten zonder de torenhoge barrières voor toegang vooraf. Het zou de route van lab naar praktijk – of het nu gaat om diagnostiek, om geneesmiddelen of andere behandelingen – een stuk sneller en beter begaanbaar maken. 

Bron: HollandBIO

Kuipers: "We moeten eerder aan de moleculaire diagnostiek”

‹ News overview