Oplossingen Zoeken voor Zorg en Welzijn: ‘De Wil om te Kijken Hoe het Anders Kan is Enorm Groot’

De mensen in de zorg zijn op. Letterlijk en figuurlijk, zo vat Jelle Boonstra de enorme uitdaging waarvoor zijn sector staat kort samen. De directeur-bestuurder van RegioPlus doet dit als gastheer van de talkshow ‘De Eerste Maandag’, een kleine week na de derde dinsdag van september waarop het kabinet haar begrotingsplannen voor het komende jaar presenteerde. In de Haagse Sociëteit De Witte zijn professionals uit de zorg samengekomen: van werkgevers en opleiders tot zorgverleners en vertegenwoordigers van vakbonden. Een middag lang gaan zij op zoek naar de oplossingen die de sector zo hard nodig heeft.

Dat de urgentie om tot oplossingen te komen door alle aanwezigen wordt gevoeld, blijkt wel als gespreksleider Pieter Hilhorst vraagt wie er denkt dat de problemen op de arbeidsmarkt de komende jaren nog zullen verergeren. De zaal is eensgezind en dat is eerder realiteitszin dan scepsis, zo laat onderzoeksjournalist en auteur Sander Heijne tijdens zijn gesproken column zien. De ongekende welvaart die we de afgelopen 70 jaar hebben gecreëerd, heeft volgens hem tot nieuwe vormen van schaarste geleid. “Dat is de paradox van onze tijd. De mensen zijn min of meer op.” Op dit moment zijn er 61.000 open vacatures in de zorg en volgens de voorspellingen van de Wetenschappelijke Raad voor het Regeringsbeleid zijn dit er in 2030 zo’n 135.000, schetst Heijne. Zijn conclusie: er zijn niet genoeg mensen, er komt niet structureel meer geld bij, en de zorgvraag zal blijven stijgen.

Activistisch opstellen

Het is die haast onmogelijk klinkende uitdaging die de rest van de middag als rode lijn fungeert. Jeroen van den Oever, directievoorzitter van Fundis, zit aan tafel bij de eerste paneldiscussie en weet dat de arbeidsmarktproblemen in zijn sector over een paar jaar pas echt op stoom gaan komen. “We staan aan het begin. Als je kijkt naar de grafieken, dan worden de tekorten in de periode 2025-2030 pas echt groot.” Dat er met het Integraal Zorgakkoord brede overeenstemming lijkt over de weg voorwaarts, vindt hij positief. “We hebben voor het eerst allemaal aan tafel gezeten, en in ieder geval erkend dat we niet onbeperkt zorg kunnen blijven leveren.” Toch ziet hij dat ook een aantal zaken niet zijn aangepakt. “De salarissen lopen nog altijd flink achter op de markt, en daar wil het kabinet niets aan doen.”

Ook Boris van der Ham, voorzitter van het bestuur van de Vereniging Gehandicaptenzorg Nederland, is aangeschoven. Hij merkt dat er in de sector veel chagrijn zit over het gebrek aan vertrouwen dat men vanuit de politiek ervaart. Toch hamert Van der Ham erop om niet alleen naar ‘Den Haag’ te blijven wijzen, maar vooral zelf actie te ondernemen.

“Politici weten niet wat er op de werkvloer allemaal speelt, wij wel. Daarom moet de zorg zich meer actitvistisch opstellen en souffleren wat het kabinet moet doen. Gewoon zeggen: dit is ons plan, en zo moet het gebeuren.”

Sociale innovatie

Joëlle Gooijer, wethouder Jeugd, Ouderen en Armoede van de gemeente Delft, ziet dat veel zorgprofessionals van nature ‘braaf doen wat de overheid zegt’. Er is volgens haar iets misgegaan bij het teruggeven van bepaalde zorgtaken aan de samenleving, bijvoorbeeld rond de bezuinigingen in de ouderenzorg. “Ik denk niet dat ik mijn buurvrouw ga wassen, zoiets hoort echt bij de professional.” De overheid is in zo’n geval aan zet, vindt Gooijer. “Daar waar de markt faalt, en de samenleving het niet zelf kan, moet de overheid ingrijpen.”

Namens de Topsector Life Sciences & Health neemt Erasmus-hoogleraar Nico van Meeteren deel aan de discussie. Hij is kritisch op de manier waarop er in de sector met innovatie wordt omgegaan: “We creëren een hoop verspilling, denk aan de honderdduizenden apps die zijn ontwikkeld. Daarvan heeft nog geen 5% toegevoegde waarde, en daarvan haalt nog geen 5% de markt.” Van Meeteren ziet dan ook meer in sociale innovatie dan in technologische innovatie.

“Er zijn talloze burgerinitiatieven die de zorg en daarmee de samenleving enorm veel kunnen opleveren, maar die worden vooral tegengewerkt. Coöperaties als Samen030 en Austerlitz Zorgt doen heel goed werk. Waarom maken we niet veel meer gebruik van dat soort initiatieven?”

Op zoek naar verdere praktische oplossingen roept Van den Oever op om in ieder geval te stoppen met de ‘hetze tegen zzp’ers’. Volgens hem zijn er veel mensen die graag in de zorg willen werken, als ze daar de ruimte voor krijgen. “Maar we hebben het stelsel zo ingericht dat het juist steeds lastiger wordt gemaakt”, geeft Van den Oever aan, onder meer wijzend op de btw-heffing die geldt bij het uitwisselen van personeel. Van der Ham kan dat pleidooi alleen maar ondersteunen. “In de gehandicaptenzorg werkt ongeveer 70 procent van het personeel in deeltijd”, zo houdt hij de aanwezigen voor. “Het is ook niet altijd een volledige dagtaak. Hoe mooi zou het zijn als iemand die dat wil volledige dagen kan werken en meer kan verdienen door ’s ochtends in de gehandicaptenzorg en bijvoorbeeld ’s middags in de ouderenzorg te werken? Zijn oproep aan vakbonden, zorgverzekeraars en de overheid: “Maak het mogelijk.”

Gemiste kans

De tweede column van de middag wordt uitgesproken door Lynn Berger, journalist voor De Correspondent en auteur van het recent uitgebrachte Zorg. Een betere kijk op de mens. Volgens Berger is de mens als empathisch wezen van nature toegerust om te zorgen. Tijdens het schrijven van haar boek liep ze mee in de zorg en sprak ze veel met ervaringsdeskundigen. Zo vertelde een verpleegkundige die op de longafdeling van het UMC Utrecht werkt, hoe ze door de hoge werkdruk nooit de tijd nam om zich op grotere vraagstukken te richten, de literatuur in te duiken of met een kritische blik naar richtlijnen en protocollen te kijken. “Een gemiste kans,”, concludeert Berger, “want dit zijn de mensen die weten wat er écht speelt, en zo kunnen bijdragen aan de oplossing.”

Ook sprak ze een moeder die 24 jaar mantelzorg verleende aan haar chronisch zieke dochter. Toen die overleed en de vrouw – met al haar praktijkervaring – graag in de zorg wilde werken, kon dat niet: geen geschikte diploma’s. Het zijn voorbeelden als deze die nauw aansluiten bij de belevingswereld van de aanwezigen, die meermaals oproepen om minder vanuit diploma’s en meer vanuit competenties te denken.

Ruimte op de arbeidsmarkt

Aan de tweede paneldiscussie van de dag neemt onder meer Romke van der Veen, SER-lid en hoogleraar sociologie van arbeid en organisatie, deel. Hij wijst op een mogelijk positief gevolg van de arbeidsmarktproblematiek. “Die gaat voorlopig inderdaad nog niet weg, maar kan wel de aanleiding zijn om al langer bestaande problemen eindelijk eens aan te pakken.” Tegelijkertijd is hij minder pessimistisch over het aantal beschikbare arbeidskrachten voor de zorg. Want Nederland scoort misschien hoog als het gaat om arbeidsparticipatie, maar laag als het gaat om het aantal gewerkte uren. “De culturele verandering die we rond de pensioenleeftijd hebben gezien, waar de uittredende leeftijd inmiddels met vijf jaar omhoog is gegaan, kan ook rond deeltijdarbeid plaatsvinden. Dat schept nog best wel wat ruimte op de arbeidsmarkt”, verwacht Van der Veen.

Anneke Westerlaken, voorzitter van branchevereniging ActiZ, merkt op dat er óók sprake is van een emanciepatievraagstuk.” Er werken veel vrouwen in de zorg, maar ook veel onbetaalde zorgarbeid komt bij vrouwen terecht. Hoe waarderen we dat?” Westerlaken betwijfelt of de voltijdbonus waar het kabinet naar kijkt om krapte op de arbeidsmarkt tegen te gaan, vrouwen met veel onbetaalde zorgtaken gaat overtuigen om van 25 naar 40 uur in de week te gaan. “Het is goed om naar meer betaald werk voor vrouwen te kijken, maar dan moeten we ook iets aan de gemiddelde zorgverdeling in Nederland doen”, concludeert ze.

Als vertegenwoordiger van de professionals is verpleegkundige Zainab Osman deelnemer aan de paneldiscussie. Zij mist één groep in het gesprek over personeelstekorten: de vele statushouders die zonder baan zitten en graag in de zorg aan de slag willen.

“Laten we iets doen aan de barrières die dat tegenhouden. Want we kunnen wel arbeidsmigranten uit Spanje gaan halen, maar wat betekent dat voor de zorg daar en de Europese solidariteit? Investeer eerst eens in de mensen die hier al zijn en willen werken.”

Een doe-agenda

Ter afsluiting van de talkshow stapt Jelle Boonstra samen met Nicole Kroon, directeur macro-economische vraagstukken en arbeidsmarkt bij het ministerie van VWS, naar voren. Kroon vertelt dat het kabinet binnenkort een agenda over de toekomstbestendigheid van de arbeidsmarkt voor zorg en welzijn presenteert. “Een echte doe-agenda”, belooft Kroon, met onder meer aandacht voor regionale samenwerking, gedeeld werkgeverschap en het minder strikt kijken naar diploma’s bij de inzet van nieuw zorgpersoneel. “Als mensen de competenties hebben, moeten ze in de zorg kunnen werken”, zegt Kroon.

Boonstra bemerkt, ondanks de omvang van de problemen die de sector kent, veel positivisme in de zaal. “Er zijn al veel goede bewegingen gaande. Dat maakt het vraagstuk niet minder ingewikkeld, want we hebben te maken met zaken als financiering, wet- en regelgeving en knellende cao’s. Maar ik geloof echt dat we elkaar uiteindelijk wel vinden. De urgentie om hier iets aan te doen en de wil om te kijken hoe het anders kan, is enorm groot.”

Bron: RegioPlus

Oplossingen Zoeken voor Zorg en Welzijn: ‘De Wil om te Kijken Hoe het Anders Kan is Enorm Groot’

‹ News overview