Een Blik op Verleden en Toekomst: Wijsheid en Adviezen voor de LSH-Sector
Na vijf intensieve jaren bij Topsector Life Sciences & Health (Health~Holland) neemt prof. dr. Pancras Hogendoorn afscheid als Captain of Science binnen het Topteam* . In dit interview met Hogendoorn kijken we terug en blikken we vooral ook vooruit en geeft hij de sector en zijn opvolger, professor Wiro Niessen nog enkele adviezen mee onder het motto “deze sector is goed, maar wat goed is kan altijd nóg beter".
Prof. dr. Pancras C.W. Hogendoorn is hoogleraar Pathologie aan de Universiteit Leiden/LUMC en gasthoogleraar bij de Universiteit van Oxford en de Vrije Universiteit Brussel. Hij bekleedde o.a. posities in de Raad van Bestuur van het LUMC en het Leiden Bio Science Park en de commissie Onderwijs & Onderzoek van de Nederlandse Federatie voor UMC’s (NFU).
De stem van kennisinstellingen
Bij het verzoek van het Topteam LSH om voormalig Captain of Science binnen het Topteam professor Huib Pols op te volgen in 2019, was Hogendoorn meteen enthousiast. “Uiteraard was ik bereid om de Nederlandse kennisinstellingen te vertegenwoordigen in het Topteam en de sector. De Topsector acteert immers in de quadruple helix van overheid, onderzoek, onderwijs en maatschappij. Onderzoek vanwege nieuwe bevindingen; zonder innovatie is er geen ‘top’ in Topsector en onderwijs; opleiden en de vertaling daarvan naar economische bedrijvigheid en vermarkting. Alles wat hierin gedaan werd en nog steeds wordt gedaan, is vóór en mét de samenleving, voor zowel het maatschappelijk als economisch verdienvermogen."
Hij voegt hieraan toe: “De rol van Topsector LSH versterkt precies hetgeen waar de wetenschap voor staat. Als Topteamlid heb ik alleen nog maar scherper inzicht gekregen in het belang van de samenhang van wetenschap (mbo, hbo en universiteiten en organisaties zoals TNO) met het bedrijfsleven, de overheid en hun nauwe verwevenheid met de samenleving. Sommigen denken dat de wetenschap zich in een ivoren toren bevindt, maar als Topsector sta je midden in de samenleving. Dit dwingt je om je wetenschapsbeleid vanuit de Gezondheid & Zorg-missies, zoals opgetekend in het Missiedocument van VWS, te vertalen via onder andere de Kennis- en Innovatieagenda (KIA), het Kennis- en Innovatie Convenant (KIC) en de Human Capital Agenda en ook om met passie en precisie aan eenieder uit te leggen waar je als sector mee bezig bent.” Vanuit die richtinggevende visie, missies en doelen en met de internationaal erkende excellentie van onze Topsector, kan de kruisbestuiving weer verder opgezocht worden en doorwerking regionaal, nationaal en internationaal plaats vinden.
Een voorbeeld dat Hogendoorn over deze kruisbestuiving geeft, gaat over preventie. Het is belangrijk dat er nog meer aandacht komt voor preventie, het zorgt immers ervoor dat mensen een betere levenskwaliteit ervaren en naar vermogen mee kunnen doen in de samenleving. Maar preventie gebeurt niet vanzelf; hier moet actief over worden meegedacht vanuit de wetenschap, samen met bedrijfsleven, overheid en maatschappelijke partners. Het Sustainable Health-rapport van de NFU onderbouwt dit. Het rapport is een voorbeeld van de eerdergenoemde kruisbestuiving. Hogendoorn: “Ik heb het Sustainable Health-rapport mede kunnen uitdenken met mijn achterban die ik in het Topteam vertegenwoordigde. Dankzij dit rapport is er in de afgelopen jaren steeds meer aandacht gekomen voor de verschuiving van curatie en zorg naar preventie.” Echter vraagt het een lange adem, om dit soort veranderingen door te laten sijpelen en tot maatschappelijk en economisch rendement te brengen”. Gezien het belang van dat laatste is de massale aanhoudende oproep aan de overheid om structureel te investeren in innovatie en toegankelijkheid van preventie zeer terecht.
Toekomstbestendig zijn
Ook heeft Hogendoorn als Topteamlid zijn kritische blik kunnen delen. “Ik ben kritisch over subsidiemechanismen omdat ze bepaalde zaken in stand houden. Subsidies kunnen afhankelijkheid creëren als niet goed wordt geregeld dat projecten op eigen benen kunnen staan wanneer de subsidie afloopt. Dit inzicht heb ik ook gezien in mijn rol bij Health~Holland, waar projecten die bij de start afhankelijk zijn van vrijgekomen geld niet altijd goed voorbereid zijn op wat er gebeurt na het wegvallen van de subsidie". Het is belangrijk om van tevoren duidelijk af te spreken hoe projecten uiteindelijk ook toekomstbestendig zijn zonder de aanvankelijke externe financiering. Ondernemers en bedrijven zijn daar beter in dan wetenschappers en maatschappelijke organisaties. “Inmiddels zijn er meer programma's en instrumentaria om je hierop voor te bereiden dan vroeger. Het is goed om te zien dat Health~Holland hier ook op anticipeert, sluit Hogendoorn af.”
Focus voor de toekomst
"Ik ben ooit begonnen met het nog verder versterken van het Human Capital-beleid dat mijn voorganger Huib Pols op gang had gebracht. Gedurende deze tijd heb ik veel geleerd van de gehele onderwijs- en opleidingssector: mbo, hbo, en universiteiten, publieke en ook private organisaties. Het was een waardevolle ervaring en ik ben er trots op dat we als Topteam met hen ‘transformatie’ aan die agenda hebben kunnen toevoegen."
Voor Hogendoorn staat het belang van de Human Capital Agenda als een paal boven water. "Als we een kenniseconomie willen zijn, dan is dat alleen mogelijk met kennis en mensen die deze kennis kunnen toepassen. En als we willen transformeren, zoals de Gezondheid & Zorg-missies en de Zorgakkoorden doelen vereisen, dan is daar visie, beleid en instrumentarium voor nodig. Dit is precies waar de Human Capital Agenda over gaat. Ik beveel eenieder aan deze te lezen, ter harte te nemen en vooral op te volgen in de uitvoering. Gezamenlijk!”
Ook over het internationaliseringsbeleid benadrukt Hogendoorn het belang: “De rol en kennis die Topsector LSH heeft als mondiaal acterend systeem is van gigantische toegevoegde waarde voor de Nederlandse economie; blijf vooral inzetten op internationaal onderwijs, staatsbezoeken, economische en wetenschappelijke missies en internationale bijeenkomsten, zodat alle kennis uiteindelijk kan wortelen in beleid en ten nutte kan komen voor de samenleving.”
Het bureau en het Topteam
Als Topteamlid is het belangrijk om nauw samen te werken met het bureau. “Ik heb veel tijd besteed aan gesprekken met medewerkers van het bureau, zodat hun werk goed aansluit bij dat van het Topteam.” En Hogendoorn vertelt dat het niet alleen eenrichtingverkeer was. “Elke ontmoeting met een medewerker van het bureau bracht mij nieuwe ideeën, en hopelijk gold dat ook andersom. Naderhand dacht ik dan: “Hier moeten we iets mee doen!" En dat deden we dan veelal ook. Een voorbeeld was de aanbeveling van collega Eva Verbiest om toch echt meer structureel met de Science Parken te associëren. Dát zijn immers de hoogwaardige en innovatieve publiek-private ‘werkplaatsen’ van de sector. Die aanbeveling hebben we opgepakt en daar plukken we nu stapsgewijs de revenuen van. Méér samenwerking, méér afstemming en béter zicht op al het innovatieve moois dat daar al voorhanden is en waar de wetenschap en de zorg nu al hun voordeel mee kunnen doen."
Hogendoorn sluit af:
“Ik heb gezien wat Health~Holland doet en kan doen. Wees trots en laat dat zien!"
"Ik heb mijn steentje bij mogen dragen. Mijn gewaardeerde Groningse collega en onlangs door de minister benoemende opvolger Captain of Science binnen het Topteam, Wiro Niessen, wens ik veel succes toe, evenals het Topteam en de sector. We blijven elkaar zien!”
"We zijn Pancras zeer dankbaar. Als Topteam, Bestuur, Adviesraad, bureau en sector, maar bovenal als collegae van Pancras hebben we mogen ervaren wat een ervaren en gedreven bestuurder en innemend persoon kan bijdragen in alles waar we voor staan. Helaas “maar” vijf jaar, maar zijn spoor reikt verder: een rijk gevoel! Graag tot ziens Pancras en veel dank, het ga je bijzonder goed … echo-echo!"
- Nico van Meeteren, Algemeen Directeur en Secretaris Generaal van het TKI-Bureau van Topsector LSH
* Het Topteam is verantwoordelijk voor de sectorstrategie en coördinatie van de uitvoering van die strategie door de sector en alle actoren. Het Topteam bestaat uit vertegenwoordigers van het bedrijfsleven, de kennisinstellingen (universiteiten, UMC’s, hbo, mbo) en de overheid en de leden worden aangesteld door de Minister van Economische Zaken.