Versnelde Aanpassing van Richtlijnen voor Huisartsen en Medisch Specialisten is Mogelijk

Dagelijks zijn er nieuwe medicijnen, interventies en inzichten waar patiënten baat bij kunnen hebben. Het NHG heeft samen met andere organisaties onderzocht of dergelijke ontwikkelingen sneller vertaald kunnen worden naar aanpassingen in richtlijnen. Het resultaat: een checklist, versnelde trajecten voor 3 behandelingen en een monitoringstool.

Urgentie

Elke dag zijn er ontwikkelingen die veelbelovend lijken. Er is nieuw bewijs voor effecten van geneesmiddelen of interventies, of voor bijwerkingen bij bestaande behandelingen. Artsen willen weten of ze bijvoorbeeld een bestaand medicijn anders moeten voorschrijven, of dat er een beter nieuw medicijn is. Patiënten hopen dat ze met een andere behandeling beter geholpen zijn.

Het duurt gemiddeld 2 tot 5 jaar voor een richtlijn wordt herzien. Kan dat niet sneller?

Landelijk project Rapid

Over die vraag gaat het landelijke door ZonMw gefinancierde project Versnelde ontwikkeling van aanbevelingen in richtlijnen: Rapid van het Nederlands Huisartsen Genootschap, het Kennisinstituut van de Federatie van Medisch Specialisten, Patiëntenfederatie Nederland en het Leids Universitair Medisch Centrum. Samen onderzoeken zij of en hoe nieuwe inzichten sneller vertaald kunnen worden naar richtlijnen, wanneer zo’n versneld traject nodig is, welke ontwikkelingen zich er voor lenen en hoe kan dat met behoud van kwaliteit. En dus ook: wanneer een ontwikkeling kan wachten op de reguliere procedure.

Coronacrisis

De noodzaak van versnelde procedures is door de coronapandemie nog eens extra duidelijk geworden. ‘Er was grote paniek. Het was alle zeilen bijzetten’, zegt Burgers. Zo hield een NHG-werkgroep de ontwikkelingen in de behandeling van COVID-19 permanent in de gaten om de beroepsgroep snel te informeren over bijvoorbeeld de triage. ‘Al moesten we dat doen zonder dat er uitgebreide literatuurstudies lagen. Nood breekt wetten’, aldus Burgers.

Checklist met 7 criteria

Het Rapid-project gaat echter uit van de gebruikelijke procedure voor het aanpassen van richtlijnen. ‘Allereerst hebben we gekeken hoe we een goed onderbouwde selectie kunnen maken van ontwikkelingen die zo belangrijk zijn dat een versnelde procedure wenselijk is’, stelt Burgers. Met oog daarop heeft het NHG tijdens de eerste fase van het Rapid-project een quick scan ontwikkeld ‘voor de identificatie van nieuwe, baanbrekende inzichten die in aanmerking komen voor een versnelde procedure’, zegt Burgers.

De quick scan is een checklist die bestaat uit 7 criteria:

  • urgentie
  • relevantie
  • ongewenste praktijkvariatie
  • toepasbaarheid
  • kwaliteit van zorg
  • veiligheid van zorg
  • ethische/juridische aspecten

‘Met deze checklist kunnen we bepalen of een versnelde procedure wel of niet gewenst is’, zegt Kuijpers.

Versnelde trajecten

De 2e fase van het Rapid-project richtte zich op de vraag hoe aanpassingstrajecten korter kunnen. ‘We hebben een nieuwe procedure opgesteld voor snellere herziening van richtlijnen, die niet afwijkt van gebruikelijke eisen. Want je mag geen bochten afsnijden waardoor de kwaliteit verslechtert. De aanbevelingen moeten betrouwbaar zijn en de kwaliteit moet gewaarborgd zijn. Zodat de huisarts wetenschappelijk onderbouwde zorg geeft’, zegt Kuijpers.

Strakkere planning

De versnelling wordt bereikt door strakkere planning van sommige onderdelen van het traject. In de voorbereidingsfase wordt een werkgroep samengesteld van deskundigen, die doorgaans heel druk zijn in de patiëntenzorg. ‘Hier zie je hoe belangrijk het criterium urgentie is, want dan is iedereen bereid sneller te handelen en tijd vrij te maken’, zegt Kuijpers. Maar in de versnelde procedure worden onderzoekers die altijd aan diverse projecten tegelijk werken, geheel vrij gepland voor het spoedtraject. Daardoor duurt deze fase slechts 2 à 3 maanden, terwijl hier normaal al snel 9 maanden mee gemoeid zijn. Ook is geprobeerd de autorisatiefase waarbij besturen van beroepsverenigingen hun fiat moeten geven te versnellen.

Trajecten gestart

Inmiddels zijn 3 versnelde richtlijnontwikkeltrajecten gestart:

  1. Bij het 1e traject is het NHG erin geslaagd om binnen 5 maanden een aanbeveling op te stellen over gebruik van budenoside bij COVID-19. Budenoside is een bijnierschorshormoon (corticosteroïd) dat ontstekingen remt. Bij inhalatie beschermt het de luchtwegen tegen prikkels die benauwdheid veroorzaken. De versnelde procedure betrof toediening bij COVID-19. De aanbeveling is gepubliceerd in het tijdschrift Huisarts & Wetenschap.
  2. Het 2e NHG-traject gaat om geneesmiddelen tegen misselijkheid bij kinderen met buikgriep. Het wordt in december 2022 afgerond.
  3. Het 3e traject wordt begeleid door het Kennisinstituut van de Federatie Medisch Specialisten en gaat over de richtlijn OSAS (slaapapneu) en is in augustus 2022 afgerond.

De aanbevelingen worden meteen ook vertaald naar een paiëntenversie op Thuisarts.nl.

Toepasbaarheid

De versnelde methode is vooral toepasbaar bij concrete medische interventies zoals de inzet van geneesmiddelen. ‘Het wordt moeilijker als het gaat om middelen waar meningsverschillen over zijn of om complexere interventies zoals leefstijlaanpassingen of zorg op afstand waarbij grote variatie is in beschikbare tools. Het is dan nauwelijks mogelijk om het traject versneld te doen’, zegt Burgers.

Internationaal

De Nederlandse aanpak is geënt op een internationaal project dat vrijwel dezelfde naam heeft: Rapid Recommendations (zie kader). ‘De methode die we in Nederland toepassen is vergelijkbaar met de internationale aanpak’, zegt Kuijpers. Eén van de verschillen die de 2 NHG’ers benoemen gaat over het voorleggen van nieuwe aanbevelingen voor commentaar en autorisatie aan beroepsverenigingen. Volgens de Nederlandse wetgeving zijn richtlijnen onderdeel van de professionele standaard. ‘Dat vraagt om formele goedkeuring door professionele organisaties ten behoeve van kwaliteit en draagvlak’, aldus Burgers.

Dat de internationale Rapid Recommendations niet voor commentaar en autorisatie worden voorgelegd aan beroepsverenigingen heeft onder andere te maken met het feit dat autorisatie vooral nationaal is georganiseerd. Het is mogelijk dat ook Nederland en richtlijnorganisaties als het NHG proberen deze internationaal ontwikkelde Rapid Recommendations te benutten (als deze tegemoet komen aan een knelpunt in de Nederlandse situatie). Het betekent wel dat er een aangepast richtlijnontwikkelproces volgt waaronder een commentaar- en autorisatieronde. Er wordt een werkgroep geformeerd die de aanbeveling bespreekt en mogelijk aanpast aan de Nederlandse context en een commentaar- en autorisatiefase begeleidt. ‘Als je van elkaars onderzoek gebruik maakt, scheelt het dubbel werk,’ aldus Kuijpers.

Monitoringstool

Verder is tijdens het Nederlandse Rapid-project een toolbox ontwikkeld door het National eHealth Living Lab (NeLL) van het Leids Universitair Medisch Centrum die monitort hoe de versnelde aanbevelingen worden gebruikt. ‘Met diverse meetinstrumenten kunnen we zien hoeveel mensen de aanbevelingen raadplegen, hoe artsen, specialisten en patiënten deze gebruiken, in hoeverre het klinisch handelen verandert en welke vragen er zijn’, zegt Burgers.

Publiceren

Het Rapid-team zet zich in om hun bevindingen internationaal bekend te maken. Binnenkort verschijnt een Engelstalig artikel over de totstandkoming van de checklist. De versnelde aanbevelingen zelf staan op de websites van het NHG en op de richtlijnendatabase van de FMS. Burgers en Kuijpers geven hierover presentaties in binnen- en buitenland. Kuijpers: ‘We laten graag zien dat we goed onderbouwde keuzes kunnen maken over wanneer een versnelde aanbeveling noodzakelijk is en hoe we dat moeten doen.’

Bron: ZonMw

Versnelde Aanpassing van Richtlijnen voor Huisartsen en Medisch Specialisten is Mogelijk

‹ News overview