Met Evenwichtige Afspraken Komen Startups Beter uit de Startblokken

Het kabinet wil jonge ondernemers en universiteiten met elkaar aan tafel brengen om tot evenwichtigere afspraken bij het starten van een bedrijf te komen. Dat is hard nodig, want uit een recent AWTI-advies blijkt dat academische startups nog te vaak het onderspit delven bij onderhandelingen met universiteiten. En dat is zonde, want Nederland heeft een excellente kennispositie, maar in vergelijking met andere Europese life sciences hubs weten we die kennis nog onvoldoende om te zetten in bedrijvigheid en producten die ten goede komen van patiënt en consument. Startups moeten geholpen worden om goed uit de startblokken te komen. Dat doen we door evenwichtige afspraken tussen startups en universiteit de norm te maken.

Onderhandelingen terug in balans brengen

“Universiteiten hebben bij hun hightechspin-offs een te grote focus op rendement”, aldus de AWTI. “Universiteiten dragen nu te vaak een dubbele pet. Ze worden ook afgerekend op het geld dat terugvloeit uit hun startups. Dat maakt ze ongeduldig, bijvoorbeeld bij het incasseren van royalty’s over hun patenten.” aldus Jos Benschop, onderzoeker bij de AWTI.

Deze situatie zorgt voor een suboptimale start. Academische startups worden belemmerd in hun groei door ongunstige afspraken over bijvoorbeeld royalty’s, terwijl innovatieve startups een belangrijke economische motor zijn. Om tot meer evenwichtige afspraken te komen, wil het kabinet de universiteiten en startups met elkaar aan tafel brengen.

Tijd voor actie

Een ijzersterk innovatieklimaat is belangrijk. Evenwichtige valorisatie, waarin academische kennis ten goede komt van de Nederlandse maatschappij, is daar een van de belangrijkste pijlers in. Al jaren loopt de valorisatie in Nederland sterk achter op andere landen. We kunnen niet langer stilzitten en toekijken hoe het innovatieklimaat achterop raakt, zeker omdat de basis er is. Nederland beschikt namelijk over een groot goed: een excellente kennispositie. Er is werk aan de winkel!   

Valorisatie-ingrediënten

Om van Nederland een life sciences ecosysteem van wereldklasse maken, zijn er vier belangrijke ingrediënten nodig:

  • Het beter ondersteunen van startups. Volgens de OECD komt slechts 13% van de Nederlandse startups voort uit academie. Dat percentage kan toenemen als universiteiten aan het begin van de keten de doorgroei van bedrijven meer stimuleren.
  • Academisch ondernemerschap een erkend carrièrepad maken. Er moet meer focus komen om potentiële ondernemers te stimuleren. De Faculty of Impact van de VSNU is een mooi voorbeeld hoe dit opgelost kan worden.
  • Het versterken van de Knowledge Transfer Offices (KTO’s). Door een ondernemende cultuur, mandaat en financiering toe te voegen, kunnen KTO’s onderzoekers met kansrijke ideeën effectiever ondersteunen.
  • Financiering die aansluit op de behoefte van bedrijven. Biotech bedrijven zijn kennis- en kapitaalintensieve bedrijven met vaak lange doorlooptijden om producten te ontwikkelen. Als de financiering beter aansluit, kunnen bedrijven beter en sneller doorgroeien.

Alleen wanneer alle stakeholders, van overheid tot bedrijven, van academie tot science parken deze ingrediënten bij elkaar voegen, kan valorisatie aangepakt worden zodat Nederland weer kanshebber is om de life sciences hub van Europa te worden!

Bronnen

Bron: HollandBIO

startup

‹ News overview