Nieuw WHO-overzicht: 85 Coronavaccins in Klinische Fase

Op 2 april waren er volgens de Wereldgezondheidsorganisatie (WHO) 269 vaccins tegen het coronavirus in ontwikkeling. Daarvan worden er al 85 getest op mensen, in klinisch onderzoek. De andere 184 zitten nog in de preklinische fase.

Er zijn verschillende technieken om een coronavaccin te ontwikkelen. De eerste twee vaccins die zijn goedgekeurd voor Europa, van Pfizer/BioNTech en Moderna, werken via een nieuwe benadering, die wel eerder is bestudeerd in klinische onderzoeken voor andere virussen, maar niet eerder leidde tot een goedgekeurd vaccin. Dit is de zogeheten messenger RNA-techniek (mRNA). Deze vaccins gebruiken een genetische code, in plaats van een deel van het virus zelf.

Na de vaccinatie gebruikt het lichaam deze genetische code om stukjes virus te maken. Dat zijn de pieken die bovenop het coronavirus zitten. Het immuunsysteem maakt antilichamen aan, die deze pieken herkennen. Als een gevaccineerd persoon later een COVID-19 virus binnen krijgt, staan die antistoffen klaar om het virus aan te vallen. Voor alle duidelijkheid: de mRNA-techniek verandert het menselijk DNA niet.

DNA-techniek

De vaccins van Astra Zeneca/Oxford University en Janssen maken gebruik van een andere methode. Deze vaccins maken gebruik van een ander, onschadelijk virus. Dit dragervirus bevat erfelijke informatie voor een eiwit van COVID-19. Na vaccinatie gaan deze dragervirussen de cellen van de gevaccineerde in. Daar wordt de erfelijke informatie over COVID-19 afgelezen en wordt het COVID-19 eiwit aangemaakt. Dit wordt door het immuunsysteem herkend, waarna antistoffen worden aangemaakt. De meeste kandidaat-vaccins in ontwikkeling betreft deze zogenoemde eiwit-subeenheid vaccins.

Klassieke methoden

Ook is een aantal vaccins in ontwikkeling via een meer klassieke aanpak. Hierbij bevat het vaccin het hele virus. Dit is door een behandeling verzwakt of inactief geworden, zodat de gevaccineerde er niet ziek van wordt.

818 nieuwe studies

In één jaar, sinds het uitbreken van de coronapandemie, zijn zeker 818 nieuwe studies gestart naar een nieuw middel tegen COVID-19. Met een piek in het eerste kwartaal van 2020. Toen startten bijna vijf nieuwe studies per dag. Dat blijkt uit gegevens van de MedicijnMonitor 2021. Het grootste deel van de onderzoeken is gericht op de ontwikkeling van medicijnen voor patiënten die al besmet zijn. Daarbij gaat het vooral om medicijnen die de symptomen van de ziekte verminderen en antivirale middelen die het virus verzwakken.

WHO-overzicht 2 april
Een jaar COVID-19 – vaccins en medicijnen

Bron: VIG